Subsidies en fiscale voordelen

1. De Subsidieregeling praktijkleren 

Met de subsidieregeling praktijkleren stimuleert de overheid werkgevers om praktijkleerplaatsen beschikbaar te stellen. Als werkgever kunt u in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in uw kosten als uw medewerkers een mbo BBL-opleiding volgen of een technische hbo-opleiding.

De subsidie is een tegemoetkoming voor:

  • Begeleidingskosten door de werkgever; 
  • De kosten verbonden aan de inschakeling van intermediaire partijen (uitzendbureaus, opleidingsbedrijf e.a.) om te kunnen beschikken over een student. 

Hoe werkt het?

Een aanvraag kan per studiejaar, achteraf na de geboden begeleiding ingediend worden. Meer informatie over de regeling en aanvragen vindt u via www.rvo.nl/praktijkleren.

Voorwaarden MBO

  • U beschikt over een administratie waaruit blijkt dat u de student begeleiding biedt en waarin de wijze waarop uw medewerker het deel van de beroepsopleiding met betrekking tot de beroepspraktijkvorming (BPV) heeft behaald, is vermeld. 
  • Er moet een Praktijkovereenkomst (POK) getekend worden tussen u en uw medewerker. 
  • Uw organisatie is geregistreerd als erkend leerbedrijf en beschikt over een aanwezigheidsregistratie van de student. 
  • Uw medewerker volgt een geaccrediteerde MBO BBL-opleiding die bestaat uit minimaal 200 uur begeleide onderwijsuren en 610 praktijkuren. Begeleide onderwijsuren zijn klokuren waarin uw medewerker klassikaal onderwijs volgt. 

Voorwaarden HBO 

  • U beschikt over een administratie waaruit blijkt dat u de student begeleiding biedt en waarin de wijze waarop uw medewerker het deel van de beroepsopleiding met betrekking tot de beroepspraktijkvorming (BPV) heeft behaald, is vermeld. 
  • Er is een onderwijsovereenkomst (OAO) getekend tussen u en uw medewerker. 
  • U beschikt over een aanwezigheidsregistratie van uw medewerker. 
  • Uw medewerker volgt een geaccrediteerde bacheloropleiding of hbo-deelprogramma in de techniek. 

Hoogte subsidie

In totaal stelt de overheid 205 miljoen euro beschikbaar. Het subsidiebedrag dat u per student ontvangt wordt gedeeld door het aantal gerealiseerde praktijkleerplaatsen met een maximum van € 2700,- per student per studiejaar.

NTI Zakelijk en de subsidieregeling

Praktijkleren NTI Zakelijk kan uw opleidingstrajecten conform de subsidieregeling inregelen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met NTI Zakelijk op telefoonnummer 088-1 630 600 of hier de presentatie van de overheid bekijken.

2. EVC-subsidie

In veel gevallen wordt een deel van de kosten van een EVC- procedure of een EVP-procedure (ervaringsprofiel) vergoed. Dit geldt voor werknemers die met ontslag worden bedreigd, met en zonder startkwalificatie. Voor kleine werkgevers bedraagt de vergoeding 100% (tot maximaal € 600,- voor een EVP en maximaal € 1.300,- voor een EVC). Voor werkgevers met meer dan 25 werknemers in dienst bedraagt de vergoeding 50% van de kosten (tot maximaal € 300,- voor een EVP en maximaal € 650,- voor een EVC).

Voorbeeld met <25 medewerker
Kosten EVC €800,-
Vergoeding € 800,-
Uw netto kosten Geen
Voorbeeld met >25 medewerkers
Kosten EVC €800,-
Vergoeding €400,-
Uw netto kosten €400,-

Termijn: structureel

Aanvraag: via de brancheorganisatie/ het O&O fonds. Kijk hier voor een overzicht van de O&O-fondsen in Nederland

Informatie: www.agentschapswz.nl

3. Lerarenbeurs

De Lerarenbeurs voor scholing stelt leraren in staat een extra kwalificerende of specialiserende opleiding te volgen. Het betreft een geaccrediteerde bachelor of masteropleiding of een korte opleiding van maximaal 1 jaar. De leraar ontvangt daarvoor subsidie voor studie- en reiskosten. Zijn werkgever kan subsidie ontvangen om de leraar studieverlof te verlenen en een vervanger aan te stellen. De subsidie bedraagt de som van een vergoeding voor:

a. de werkelijk gemaakte kosten voor les- en collegegeld tot een maximum van € 3.500,–, respectievelijk € 7.000,– ingeval de leraar overeenkomstig artikel 7.46, eerste lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek instellingscollegegeld verschuldigd is;
b. de kosten van studiemiddelen ten hoogste 10% van het verschuldigde les- en collegegeld tot een maximum van € 350,–;
c. reiskosten ten hoogste 10% van het verschuldigde les- en collegegeld tot een maximum van € 350.

Met sociale partners is overeengekomen dat de Lerarenbeurs vanaf het schooljaar 2012–2013 alleen nog zal worden ingezet voor ‘opscholing’ (verhoging van het kwalificatieniveau), dat wil zeggen voor bachelors en masters. De subsidie voor korte opleidingen zal komen te vervallen. Voor korte opleidingen zullen dan de reguliere middelen voor nascholing moeten worden ingezet. Een voorbehoud wordt nog gemaakt voor opleidingen die gericht zijn op passend onderwijs. In 2011 kunnen de korte opleidingen nog via de lerarenbeurs worden bekostigd. Wel wordt binnen de subsidiebedragen per sector een maximum gesteld aan het aantal te subsidiëren korte opleidingen. De maxima zijn ontleend aan het aantal toegekende lerarenbeurzen voor korte opleidingen (per sector) in 2010.

Termijn: structureel

Aanvraag: www.ibgroep.nl

4. Studiekostenaftrek

Indien uw studie niet door uw werkgever betaald wordt, kunt u aanspraak maken op studiekostenaftrek.

Studiekosten van de werknemer zijn in veel gevallen aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Onder studiekosten vallen het lesgeld, studieboeken, examengeld, trainingsdagen en dergelijke. De werknemer dient hierbij wel aan te kunnen tonen dat de studie van belang is voor zijn/haar beroep/carrière. De scholingsuitgaven moeten een drempelbedrag van € 250,- per jaar overschrijden en zijn in principe gemaximeerd tot een bedrag van € 15.000,-.

Voorbeeld bij 33% loonheffing
Kosten opleiding €2.995,-
Kosten opleiding minus drempel €2.495,-
Uw netto voordeel (33% tarief ) € 823,-

Termijn: structureel
Toepassing: via de loonbelastingaangifte van de werknemer.

Informatie: www.belastingdienst.nl (particulier; aftrekposten, studiekosten).

5. Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen (O&O fondsen)

Voor een groot aantal branches zijn er specifieke scholingssubsidieregelingen (scholingsfondsen). Die zijn meestal afhankelijk van de branchevereniging, waarbij het bedrijf is aangesloten. Soms worden ook andere faciliteiten vergoed dan scholing, bijvoorbeeld een EVC-procedure of een loopbaanadvies.

Termijn: structureel

Aanvraag: via de brancheorganisatie/ het O&O fonds. Kijk hier voor een overzicht van de O&O fondsen in Nederland.

Informatie: www.agentschapszw.nl

6. Algemene tips bij aanvragen van een subsidie

  • Neem (telefonisch) contact op met de organisatie die de regeling uitvoert. Veel subsidieverstrekkers hebben consulenten in dienst die u kunnen helpen met een aanvraag. Dit vergroot de kans dat u voor de subsidie in aanmerking komt.
  • Neem voldoende tijd voor de aanvraagprocedure. Dit varieert van het invullen van een eenvoudig formulier tot een uitgebreid projectvoorstel met (buitenlandse) partners. Vaak zijn er ook afwijsgronden.
  • Dien uw aanvraag tijdig in. Veel subsidies kennen een tijdvak (tender) waarin u een aanvraag kunt doen. Zorg dat u hier op tijd bij bent.
  • Vraag subsidie aan voordat u begint met de werkzaamheden. Projecten die al zijn gestart komen meestal niet meer in aanmerking.
  • Denk ook aan Europese regelingen. Er zijn verschillende Europese subsidies voor het midden- en kleinbedrijf.

Aan de informatie op deze website kunnen geen rechten ontleend worden. De website heeft tot doel om informatie over subsidies en fiscale voordelen te verschaffen. Bovenstaande voorbeelden zijn opgesteld onder voorbehoud van de actualiteit van het moment en wetswijzigingen.