scroll

Technisch tekenen

1 Welkom!

Welkom bij de proefles van de opleiding Technisch tekenen. Door het doen van deze proefles krijg je meer inzicht in wat je kunt verwachten van het studeren bij NTI. Wij vinden het belangrijk dat jij een weloverwogen studiekeuze maakt. In deze proefles duik je in de lesstof en zie je hoe het lesmateriaal eruitziet. Natuurlijk kunnen we in deze proefles maar een heel klein gedeelte van de lesstof behandelen, we hopen dan ook dat dit onderwerp je aanspreekt ;-). Tijdens het doornemen van de lesstof kun je jouw kennis gelijk testen met de meerkeuzevragen! 

Succes met de proefles!

2 Proefles Technisch tekenen

Inleiding

De opleiding Technisch tekenen is opgebouwd uit verschillende thema's. We geven je met deze proefles een kijkje in één thema van de opleiding:

  1. Architectuur en technisch tekenen (kennisclip + theorie)

Je start zo direct met een kennisclip. Vervolgens lees je een deel van het lesmateriaal over ontwerp en analyse. Na het bekijken van de lesstof kun je jezelf testen door vragen te beantwoorden. 

Start proefles

Thema 1: Technisch tekenen

In onderstaande kennisclip leer je meer over technisch tekenen.

 

Thema 2: Ontwerp en analyse

Lesmateriaal: Ontwerp en analyse. Leupen, B.

Het ontwerp

Wie een ontwerp maakt zal, of het nu een gebouw, een gedeelte van de stad of een park betreft, in beginsel te maken hebben met een gegeven programma en een terrein of locatie. Dit programma kan van tevoren vastgelegd zijn, maar kan ook tijdens het ontwerpen nader bepaald worden. Dit geldt eveneens voor de begrenzing van de locatie. Daarnaast heeft een ontwerper te maken met een reeks vastgelegde voorschriften en ongeschreven eisen die verbonden zijn aan een bepaalde cultuur of conventie. Ten slotte moet het ontwerp voldoen aan eisen met betrekking tot de bruikbaarheid en de maakbaarheid (praktische uitvoerbaarheid) van het ontwerp. Al deze aspecten komen in de regel niet in een vaste en logische volgorde aan de orde; ontwerpen is geen lineair proces waarin een bepaalde opgave tot slechts één mogelijke oplossing leidt. Het wegwijs worden uit al deze eisen en wensen is een van de centrale problemen waar de ontwerper iedere keer voor staat. Alle met betrekking tot het ontwerp relevante aspecten zal hij aan een kritisch onderzoek moeten onderwerpen. Aan de hand van zijn afwegingen, conclusies en zijn visie zal de ontwerper de opgave interpreteren en zodoende het gewicht van de diverse eisen en wensen bepalen. Dit interpreteren kan gezien worden als eerste stap in de richting van het ontwerpen.

In een volgend stadium leidt een visie op de opgave tot een concept. Een concept hoeft zich nog niet uit te spreken over de vorm van het uiteindelijke ontwerp, het doet in de eerste plaats uitspraken over het idee, het karakter en de oplossingsrichting. Het concept geeft uitdrukking aan de grondgedachte achter een ontwerp, het geeft richting aan de ontwerpkeuzes en sluit tegelijkertijd varianten uit, het organiseert bij wijze van spreken de ontwerpkeuzes.

Een concept kan allerlei vormen aannemen, het kan zowel schematisch, beeldend als verbaal zijn. Een voorbeeld van de werkwijze op het bureau van de Franse architect Jean Nouvel illustreert dit. Hier vinden, voordat er een lijn op papier staat, uitgebreide discussies plaats tussen ontwerpers en specialisten op bepaalde deelterreinen. Er wordt pas getekend als men een omschrijving van het project – een concept – helder voor de geest heeft. Deze werkwijze veronderstelt een zeer grote kennis van mogelijkheden en een groot voorstellingsvermogen.

Een voorbeeld voor een dergelijk verbaal concept is het concept van hun prijsvraagontwerp voor een opera in Tokio (1988). Als uitkomst van een serie gesprekken binnen het bureau koos men voor de metafoor van een grote muziekinstrumentenkoffer. Het gebouw zou van buiten afgewerkt moeten worden met een glad, zwart en op de plaats van de grote zaal enigszins welvend oppervlak. Van binnen waren de goudkleurige zalen, als de instrumenten in een koffer, vrij in de ruimte geplaatst.

Een geheel andere werkwijze vinden we bij de expressionistische architect Erich Mendelsohn. Toen Mendelsohn in 1920 de Einsteintoren te Potsdam ontwierp, begon hij met een beeldend concept, een vluchtige schets die verbeeldde hoe het observatorium eruit moest zien. De kracht van deze schets zit niet zozeer in de juiste toepassing van de perspectief, maar in de lijnvoering waarmee de belangrijkste expressieve elementen van het ontwerp zijn aangegeven. Soms behelst het concept een schetsje van de doorsnede van het gebouw of is het een krabbel die de hoofdopzet van de plattegrond weergeeft. Van deze laatste categorie is de door de Finse architect Alvar Aalto gemaakte schets voor het Neue Vahr appartementengebouw (1963) te Bremen een mooi voorbeeld. In deze op het eerste oog kinderlijke krabbel ligt de essentie van het ontwerp besloten: het uitwaaieren van de woningplattegronden en de daarmee compact gehouden verkeersruimte en de golvende gevellijn met optimaal op de zon gerichte woningen. Tegelijkertijd vertelt dit schetsje ook hoe Aa lto al tekenend aan het zoeken was naar de juiste vorm voor de golvende gevel. Het schetsje registreert daarmee een stukje van het ontwerpproces.

De grondgedachte van een ontwerp kan tevens vastliggen in een schema. Het beroemde diagram dat Ebenezer Howard in 1898 van de tuinstad tekende is als zodanig op te vatten. Hoewel Howard wel een schaal onder het schema zette, geeft het schema alleen informatie over relaties zonder enige implicaties voor de vorm van de stad.


Jean Nouvel, prijsvraagontwerp voor een opera in Tokio, 1986. Computertekeningen van de bouwmassa.


Doorsnede


Erich Mendelsohn, ontwerpschets voor de Einsteintoren in Potsdam, 1920


Einsteintoren in Potsdam, 1920


Alvar Aalto, ontwerp­schets voor het woon­gebouw Neue Vahr in Bremen, 1958-1962

Plattegrond


Ebenezer Howard, schema voor de garden city, 1898

 
B. Parer, R. Unwin, plattegrond Welwyn Garden City, 1902. Een garden city op basis van het schema van Howard.

Het ontwerpproces

Het ontwikkelen van het concept is een eerste stap in de richting van het ontwerp. Tussen het abstracte concept en het concrete ontwerp vindt nog een heel proces plaats. Dit ontwerpproces is geen eenvoudig vertaalproces, het is eerder te beschouwen als een creatief proces waarbij de ontwerper een mogelijke formele uitwerking bedenkt, deze toetst aan de gestelde eisen, vervolgens de mogelijke oplossing verwerpt of bijstelt om vervolgens opnieuw te toetsen, etc. Het is een iteratief proces dat deels cyclisch, deels in diverse richtingen doorlopen wordt, waarbij het zich telkens verder verdiept. Bij iedere stap kijkt de ontwerper naar eventuele consequenties voor de volgende stappen en creëert marges waarbinnen nog niet te overziene problemen kunnen worden opgelost. Ook kijkt men bij iedere stap terug of het oorspronkelijke concept nog overeind staat dan wel aanpassing behoeft. In dit stadium van het ontwerpproces kan het van belang zijn om verschillende mogelijke oplossingen naast elkaar te zetten en te vergelijken.

De vorm

Op een bepaald moment in het proces zullen concepten uitkristalliseren tot een definitievere vorm voor het ontwerp. De vraag is nu op welke manier de ontwerper vormgeeft en hoe hij tot een vorm komt. Is ontwerpen vergelijkbaar met het oplossen van een probleem waarbij de oplossing dan wel de vorm besloten ligt in de opgave? Deze vraag heeft heel wat pennen in beweging gebracht. Meestal draait het om de vraag of de eisen die aan een ontwerp gesteld worden (met name ten aanzien van bruikbaarheid of maakbaarheid) een vorm genereren of dat er een andere bron voor de vorm is. Kan men bijvoorbeeld uit het patroon van looplijnen op ondubbelzinnig wijze de vorm van een ruimte afleiden of kan de vorm van een momenten lijn de vorm van een overspanningsconstructie eenduidig bepalen?

En als een looplijn of een momenten lijn vorm genereren moet men dan de vorm van de constructie de vorm van de ruimte laten bepalen of bepaalt de vorm van de ruimte de constructie.

De diverse standpunten die in de praktijk ingenomen worden over de relatie ontwerp en gebruik enerzijds en ontwerp en constructie anderzijds komen respectievelijk in hoofdstuk 3: 'Ontwerp en gebruik' en hoofdstuk 4: 'Ontwerp en constructie' aan de orde. Hier wordt voorlopig volstaan met de constatering dat programmatische en constructieve eisen niet zonder meer tot de vorm van het te ontwerpen object of onderdeel daarvan kunnen leiden.


K. Melnikov, eigen woonhuis, 1992. Het huis is opgebouwd uit twee elkaar snijdende cilinders.


Bruce Goff, ontwerp voor een spiraalvormig woonhuis


Schematische weergave van het ontwerpproces

Typologie

Als de vorm niet zonder meer volgt uit deze eisen dan zijn er globaal twee mogelijkheden: men put uit ervaring of men verzint een nieuwe vorm. Het baseren van vorm op ervaring is de gebruikelijke weg. In het geval waarin een vergelijkbare opgave bij overeenkomstige omstandigheden tot een bevredigend resultaat heeft geleid, kan de ontwerper besluiten deze opnieuw toe te passen. Wil hij gebruik kunnen maken van eerder opgedane ervaring dan zal de ontwerper beschikking moeten hebben over een grote hoeveelheid kennis van vergelijkbare oplossingen.

Zo zal hij bijvoorbeeld vele soorten trappen, ramen, deuren, theaterzalen, gebouwvormen, soorten woningen of stedelijke verkavelingen in zijn hoofd hebben en kunnen benoemen. In deze gevallen maakt de ontwerper gebruik van typen. Meer over het werken met typen komt in hoofdstuk 5 aan de orde.

Mogelijk bestaat er de behoefte een authentieke vorm te concipiëren; tenslotte heeft een type ook ooit voor het eerst zijn vorm gekregen. Om opnieuw vorm te geven, opnieuw een vorm te willen bedenken voor bijvoorbeeld een stedelijke ruimte of een toneelzaal wordt meestal begonnen met abstracte geometrische vormen als kubus, prisma, piramide, etc. Deze primaire geometrische vormen zijn intellectuele constructies (de zogenaamde platonische lichamen). Het is ook denkbaar dat men een vorm aan de levende of dode natuur ontleent zoals een slingerlijn, niervorm, slakkenhuisvorm, etc. Om deze laatste categorie vormen bouwkundig te beheersen worden ook deze vormen beschreven vanuit de euclidische meetkunde.

Vanuit de aard van de opgave kiest men een vorm waarvan het vermoeden bestaat dat deze geschikt is als basis voor het ontwerp. Zo zal de vorm van een slakkenhuis niet de voorkeur hebben voor een theaterzaal, daar deze vorm ongetwijfeld problemen oplevert met zichtlijnen. Voor het ontwerp van een openbaar toilet is het slakkenhuis echter een beproefd middel om de overgang van openbaar naar privé te organiseren.

Hetgeen hierboven is vermeld over vorm geldt zowel voor de afzonderlijke onderdelen van het ontwerp als voor het samenstel der delen, het complete gebouw of ensemble. Ook hierbij bestaat de mogelijkheid om voort te bouwen op het bekende (de typologie) of een abstracte dan wel natuurlijke vorm te introduceren.

Compositie

Ontwerpen is meer dan het kiezen van een vorm. Zoals het bij het bereiden van een maaltijd niet alleen gaat om het samenvoegen van de ingrediënten, maar het er vooral op aankomt hoe men de ingrediënten bewerkt, mengt en kookt, zo is er bij het ontwerpen ook sprake van een 'black box' waarin het ontwerp 'bereid' wordt. In deze black box van het ontwerpen worden de vormen van het materiaal en de ruimten gerangschikt tot de uiteindelijke compositie, het definitieve ontwerp. In dit stadium is elk element volgens compositorische principes op zijn plaats terechtgekomen. Zonder een dergelijke ordening verkrijgt men chaos. De wijze van ordenen en het gehanteerde concept bepalen uiteindelijk het karakter, het gezicht en de stijl van een ontwerp. Hier worden de keuzes gemaakt en zal de persoonlijke hand van de ontwerper zich het meest doen gelden. Hoofdstuk 2 'Ordening en compositie' gaat nader in op wat zich afspeelt in deze black box.

Context

Een ontwerpopgave omvat in beginsel een programma en een locatie. De locatie is een onderdeel van het bredere begrip context, waarbinnen een ontwerp tot stand komt. De locatie, de plek waar het toekomstig ontwerp gerealiseerd moet worden, is het meest tastbare gedeelte van deze context. In bredere zin omvat het begrip context ook de ontstaansgeschiedenis van de locatie, de achtergronden van de ontwerpopgave en de maatschappelijke processen waarbinnen het ontwerp plaatsvindt.

Kennis van deze achtergronden vergroot het inzicht in de ontwerpopgave en in de hoedanigheid van de locatie, waardoor de ontwerpmogelijkheden verrijkt worden.

Als het ontwerp gerealiseerd is, vormt het tezamen met de oorspronkelijke omgeving een nieuw geheel. Hoe ontwerpers tegen de gegeven context aankijken, hoe men op het bestaande reageert, komt in hoofdstuk 6 aan de orde.

Dit is het einde van het lesstof-gedeelte van de proefles. Hopelijk heb je hiermee een goed beeld gekregen van het lesmateriaal van de opleiding. Naast de literatuur studeer je bij NTI ook met allerlei online studietools. Wil je hier meer over weten? Scroll dan snel verder naar "Studeren bij NTI"!

3 Studeren bij NTI

FlexibelStuderen® doe je bij NTI

Ben jij een vroege vogel, of duik jij liever ‘s avonds laat de boeken in? Met de flexibele opleidingen van NTI kan iedereen, overal studeren. Je kiest zelf je startmoment en bepaalt je eigen tempo. Je krijgt les van topdocenten en wordt tijdens je opleiding begeleid door een mentor. Met jouw online leeromgeving en échte studieboeken studeer je op jouw manier. FlexibelStuderen® doe je bij NTI.

Studietools

Bij NTI gebruik je, afhankelijk van je opleiding, verschillende studietools. Zo ga je aan de slag in de online leeromgeving, gebruik je jouw Mijn NTI en werk je met studieboeken.

Demo online leeromgeving

De online leeromgeving is beschikbaar waar en wanneer je wilt en geeft jou alle benodigde tools tijdens jouw studie. Om een indruk te krijgen van de online leeromgeving kun je een gratis demo volgen. Hier leggen we overzichtelijk uit welke handige hulpmiddelen er tijdens het studeren voor jou klaar staan.

Ben je benieuwd hoe onze online leeromgeving eruit ziet?

Neem een kijkje in de gratis demo

Daarom FlexibelStuderen®:

  1. Erkende opleidingen, bekende naam
  2. Studeren met veel persoonlijk contact
  3. Voordelig studeren, transparant over kosten
  4. Studeren op jouw moment en jouw manier
  5. Overal studeren met onze online leeromgeving
  6. Persoonlijke begeleiding door mentoren en ervaren docenten
  7. Werkgevers zijn snel overtuigd

Direct inschrijven

Wij zijn trots op onze studenten

Studenten van NTI zijn geen doorsnee studenten. Ze volgen een studie naast hun volle leven; hun baan, gezin, hobby’s en vrienden. Ze bepalen hun eigen weg, gaan ook buiten de gebaande paden en studeren op de raarste momenten en vreemdste plekken. Het zijn doorzetters, vol motivatie. Omdat ze hun droom volgen, stappen zetten, de regie in eigen hand nemen. Ze mogen trots op zichzelf zijn. Wij zijn het in ieder geval.

Lees hier de verhalen van onze studenten

Wat is jouw volgende stap?

We denken graag verder met je mee! Het starten van een studie is spannend en roept misschien nog wel meer vragen op. Maar wist je dat iets nieuws leren ook bijdraagt aan je levensgeluk? Je verder ontwikkelen is bovendien goed voor je zelfvertrouwen en je hebt natuurlijk aan de eettafel weer iets te vertellen ;-)

Klaar om te beginnen?

Schrijf je nu in

Heb je na het doen van deze proefles nog vragen? Of zijn er dingen waar je over twijfelt? Onze studieadviseurs geven je geheel vrijblijvend een persoonlijk studieadvies en beantwoorden al je vragen.

5 Ervaringen

Wat vinden onze eigen studenten van hun opleiding?

Bij NTI streven we naar kwalitatief goed onderwijs dat voor iedereen bereikbaar is. En wie kan dit beter beoordelen dan onze eigen studenten?

Chantal, 47 jaar

5star reviews

"Dit is mijn 2de studie bij de NTI en ik ben nog steeds enthousiast! Er is veel verbeterd vergeleken met mijn eerste studie en het is heel duidelijk wat je wanneer moet doen. Verder heb je veel vrijheid om zelf je tempo te bepalen en is de leerstof duidelijk aangegeven in de meeste boeken. Ik kan studeren bij de NTI van harte aanbevelen!" 

Rick

5star reviews

"Prima opleiding! Het niveau is niet te moeilijk, je kunt er lekker snel doorheen werken. Ik vind de stages die erbij horen erg leuk.. zo leer je direct in de praktijk. Over het NTI zelf, ik zou ze zeker aanraden. Contact verloopt netjes en snel, bij vragen regelen ze vrijwel direct alles voor je. Top!" 

Irene

4star.png

"Een goede ervaring over het algemeen. Het thuis studeren bevalt me erg goed en ik vind het prettig dat ik de vrijheid heb om mijn studie zo in te delen zoals het voor mij goed uitkomt."

Sabine

Foodblogster Sabine volgt de HBO Bachelor Toegepaste Psychologie naast haar blog OhMyFoodness